Langdurig ziek of beperkt geworden

Ziek geworden?

Bent u tijdens uw loopbaan langdurig ziek of beperkt geworden? Dan heeft u nog 2 jaar lang recht op kinderopvangtoeslag, ook als zzp’er. U moet wel kunnen aantonen dat u niet kunt werken door de ziekte. Bent u na 2 jaar nog niet aan het werk? Dan kan het dat u nog steeds recht hebt op een vergoeding voor de kinderopvangkosten.

Wlz-indicatie

Na twee jaar kunt u als ouder kijken of u de kinderopvangtoeslag kunt behouden door middel van een Wlz-indicatie. Wlz betekent Wet langdurige zorg. De indicatie krijgt u van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Het CIZ beoordeelt of u voldoet aan de voorwaarden. Is dit het geval? Dan ontvangt u een Wlz-indicatie en kunt u uw kinderopvangtoeslag behouden. Ook heeft u met de indicatie recht op zorg vanuit de Wet langdurige zorg. Dit kan zorg in een instelling zijn, maar het kan ook zorg aan huis zijn. Voor meer informatie kijk op www.ciz.nl 

Sociaal-medische indicatie

Daarnaast is er nog de ‘Sociaal-medische indicatie’. De SMI is een vangnetregeling die gemeenten de mogelijkheid geeft om gezinnen tijdelijk financieel te ondersteunen in de kosten van de kinderopvang als zij door bepaalde medische of sociale omstandigheden tijdelijk niet in aanmerking komen voor de kinderopvangtoeslag. De ouder of beide ouders kunnen bijvoorbeeld niet werken door (psychische) ziekte of door een crisis in het gezin. Een ‘sociale’ reden om SMI toe te kennen is bijvoorbeeld als één van de ouders in detentie zit waardoor de ouder niet kan werken, maar ook niet in staat is om de verzorging van de kinderen op zich te nemen.

Elke gemeente heeft de vrijheid om per situatie te bepalen hoe het gezin het beste tijdelijk kan worden ondersteund. De gemeente kan hierbij aansluiten bij de Participatiewet. Het streven is om het gezin in de positie te krijgen dat de ouders weer meedoen aan het arbeidsproces en/of er weer een opvoedingssituatie in het gezin komt die de SMI overbodig maakt.

Voorbeelden

De redenen waardoor ouders tijdelijk in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming op basis van de SMI verschillen per geval, bijvoorbeeld:

  • Een kind of de ouder heeft een lichamelijke, zintuigelijke, verstandelijke of psychische beperking waardoor (andere) kinderen in het gezin beter af zijn met kinderopvang.
  • Het gezin is in een sociale of medische crisissituatie beland waardoor de ouders niet in staat zijn de verzorging van het kind op zich te nemen.
  • Als kinderopvang in het belang is van de goede en gezonde ontwikkeling van het kind.

Bronnen: Kinderopvang Totaal, Rijksoverheid, Sociaal Werk Nederland

Scroll naar boven